Nieuws

Esther Duysker over haar toneelstuk The Story of Travis: ‘Er zijn vleugels gegeven aan zwarte stemmen en zwarte lichamen’

EstherDuycker

Esther Duysker (38) schreef haar eerste grote toneelstuk: The Story of Travis, over een zwarte, oude man die terugkijkt op zijn leven. ‘Ik heb geprobeerd de waaier van perspectieven aan te raken van wat zwart zijn is.’
 

ier jaar schreef Esther Duysker aan het kleine, wit-groene boekje, dat voor haar op tafel ligt. Een eerste grote zaal-toneelstuk.

Het is de tekst van The Story of Travis, een nauwkeurig gecomponeerd, magisch realistisch stuk over een man die terugkijkt op zijn leven, over een zwart gezin in Amerika, weten wat je van wie mee hebt gekregen in een zoektocht naar bestaansrecht en een thuis, en de hoop en de teleurstelling die bij een leven horen. Het kan worden gezien als het vierde deel in een illustere serie toneelstukken.

Deze nieuwe creatie begon ooit met A Raisin in the Sun, een Broadwayklassieker van de Amerikaanse schrijver Lorraine Hansberry (1930-1965) in 1959. Een weergaloos verhaal over de familie Younger, die als eerste zwarte familie in een witte buurt in Chicago komt wonen, waar de bewoners proberen hen weg te krijgen. Het werd overladen met prijzen. Later reageerde Bruce Norris erop met het stuk Clybourne Park in 2010, waarin het perspectief van de witte bewoners aan de orde komt. De Britse Kwame Kwei-Armah kwam met Beneatha’s Place in 2013, dat de dochter uit het oorspronkelijke stuk volgt naar Nigeria. (Tip: lees op zijn minst de samenvattingen van de stukken, het maakt The Story of Travis veel begrijpelijker).

Duysker, geboren in de buurt van het Olympisch Stadion in Amsterdam, getogen in het kleine Grootebroek in West-Friesland, vertaalde de drie delen, die tussen 2016 en 2019 werden opgevoerd bij Well Made Productions, het productiebedrijf van Samora Bergtop en Ellen Tjon A Meeuw.

Maar nu is er Duyskers deel, dat het jongetje Travis volgt, die als man van 78 terugkeert naar Chicago na een leven lang op reis. In scènes uit het verleden zien we de strijd, levenslust en pijn van zijn familie: een Afro-Amerikaans gezin, dat, zoals Duysker treffend beschrijft, ‘in een wereld leeft die niet voor hen is gemaakt’.

We zitten in de bibliotheek van het Ambassadehotel, de plek waar honderden internationale schrijvers zijn geïnterviewd. Duysker is nog aan het bekomen van het premièreweekend. De opvoering van The Story van Travis, in regie van Romana Vrede en choreografie van Alida Dors, door Theater Rotterdam en Wellmade Productions, kreeg lyrische recensies.

U schreef een eerste eigen stuk voor de grote zaal en wordt meteen bedolven onder complimenten. Hoe is dat?

“Ik denk vooral: het is ons gewoon gelukt. Het is acht jaar geleden dat Samora Bergtop bij me kwam met de vraag of ik A Raisin in the Sun wilde vertalen, ik kende Lorraine Hansberry toen nog niet eens.”

Lorraine Hansberry was dichter, toneelschrijver. De eerste Afro-Amerikaanse vrouw van wie een toneelstuk op Broadway werd opgevoerd. Ze was activist, zette zich in tegen rassenscheiding, viel op vrouwen. Wat betekent zij voor u?

estherDuycker1“Ik had nog nooit eerder zo’n stuk gelezen. We worden opgevoed met de Russen, de Noren, de Engelsen, de groten, de witte, heteroseksuele mannen. Toen ik A Raisin in the Sun las, voelde ik onmiddellijk verwantschap. Hansberry is zwart, én ze is lesbisch, én ze schrijft werken die in taal en personages zo dicht bij mijn werkelijkheid en gevoelswereld staan. Hoezo had ik nog nooit eerder van deze vrouw gehoord?”

Als kind schreef Duysker al. Verhaaltjes, gedichten. Ze dacht dat ze actrice wilde worden, maar kwam er al snel achter dat het niets voor haar was. Als twintiger meldde ze zich aan voor de opleiding Writing for Performance, en daar viel het kwartje. Daarnaast werkte ze dertien jaar lang in de Stadsschouwburg (later ITA), achter de bar, als kaartjesscheurder en later bij de receptie. In die jaren groeide haar liefde voor het theater.

Ze schreef stukken als Sea of Silence (2022), Guilty until proven (2019), De Blackout van ’77 (2017) en bewerkte Othello (2018) voor Het Nationale Theater in regie van Daria Bukvić. Inmiddels schrijft ze ook voor film (Buladó waarvoor ze samen met Eché Janga het scenario schreef, opende in 2020 Het Nederlands Filmfestival en won een Gouden Kalf voor Beste Film) en schrijft ze kinderboeken (zoals Trobi en Lobi).

Uw ouders kwamen uit Suriname, jullie begonnen in Amsterdam en verhuisden naar het West-Friese Grootebroek. Zijn er parallellen met het stuk dat je schreef? Waren jullie het gezin Younger in dat dorp?

“Nee, dat denk ik niet. Misschien in de zin van dat we trotse mensen zijn, of dat mijn ouders altijd zeiden: laat je niets wijsmaken, je bent net zo veel waard als een ander. We waren een van de eerste zwarte gezinnen die in de buurt kwamen wonen begin jaren negentig, maar het was absoluut niet zo extreem als hoe Hansberry het beschrijft. Zo zichtbaar aanwezig was racisme in Nederland niet. Alhoewel, nu je ziet hoe de zwartepietdiscussie wordt gevoerd, komt de pus ineens naar buiten.”

“Ook wij hebben dingen meegemaakt, maar ik hoef daar niet per se over in detail te treden. We zijn er in elk geval niet bitter door geworden. Misschien zijn we daarin gezegend, en is het voor andere Surinaamse, Antilliaanse of Afrikaanse families anders. Maar het is wel een van de dingen die ik met The Story of Travis heb geprobeerd: om de waaier van perspectieven aan te raken van wat zwart zijn is.”

Bij de productie van The Story of Travis zijn alle hoofdrolspelers voor en achter de schermen van kleur. Hoe was dat?

“Een enorm warm bad. Het fijne was dat we snel na de lezing begonnen te praten over de kracht van familie en het belang van een thuis. Er was direct zo veel herkenning. Als ik de enige van kleur ben, moet ik veel meer uitleggen. En kun je minder de diepte ingaan.”

Spiritualiteit speelt een grote rol in uw werk. Ook het scenario voor Buladó zit vol magisch realisme. Waar komt die interesse in het bovenzinnelijke vandaan?

“Ik denk dat het spirituele begon rond de tijd dat mijn moeder overleed, op mijn achttiende. Ik weet nog dat ze ziek in bed in onze woonkamer lag, praten kon ze niet meer, maar ze lachte als ze onze stemmen hoorde. Op een gegeven moment begon ze te prevelen en te grinniken en zei ze in het Surinaams: kon tek mi dan, kon tek mi dan. Dat betekent iets als: kom me halen dan. Ik besefte: zij maakt iets mee op dit moment, een andere wereld, terwijl wij in deze ruimte zitten, die net zo waar is als de onze.”

“Vanaf toen zag ik alles anders. Leven en dood, heden, verleden en toekomst, alles is met elkaar verbonden. Die ervaring is een grote inspiratie geweest voor The Story of Travis, want het stuk is eigenlijk één grote overlijdensrite.”

U beschreef eens dat er een vlinder was…

“Dat was toen ik de laatste hand legde aan het script van Buladó. Mijn moeder zou die dag 65 zijn geworden. En mijn zusje Sosha (presentatrice voor o.a. Klokhuis en Waku Waku, red.) werd uitgenodigd bij Mark Rutte om over Zwarte Piet te praten. Ik wilde geloven dat die dagpauwoogvlinder mijn moeder was. Dat ze zei dat ze trots op ons was.”

“De dood brengt me veel. Toen ik de laatste fase van Travis schreef, overleed mijn neef Jerrold. Het fysieke van zijn ziektebed heeft veel indruk op me gemaakt: de kracht en het gevecht van het zwarte lichaam. Het is te vaak dat het zwarte lichaam uit de wereld wordt gerukt, geplukt, geschoten of whatever. En dat is niet iets wat ik in taal kan vatten. Daarom ben ik ook heel blij dat Alida Dors als choreograaf bij de voorstelling betrokken was. Zij, de acteurs, Romana Vrede, iedereen: ze hebben me weggeblazen, ze hebben vleugels gegeven aan de tekst, aan zwarte stemmen en zwarte lichamen.”

Aan het eind van het stuk komt het personage Nola op: een vrijgevochten jonge vrouw, lesbisch, unapologetically black. In hoeverre mogen we uzelf in haar lezen?

“Wat zij hardop zegt, is misschien wat ik denk. Het claimen van je plek in een wereld waar je eigenlijk altijd al was, is niet meer dan normaal. Het op je tenen lopen of voorzichtig zijn, wat ik zelf nog weleens doe, vindt zij onzin. Ik ben me soms té bewust van mijn zwart zijn. Als ik een café of een zaal binnenkom, scan ik gelijk de ruimte hoeveel mensen van kleur er zijn. Het is een culturele sensitiviteit die me omlaag trekt soms.”

“Nola zou zeggen: stop ermee en enjoy. De weg die jouw mensen hebben afgelegd is een lange, je staat op hun schouders. Ik zou haar willen zijn, maar ik vind het ook arrogant om dat over mezelf te stellen. Laat ik het zo zeggen: ik ben blij dat zij er is. En dat ze er is om te blijven”

Op 25 en 26 maart is de voorstelling te zien in ITA, daarna nog tournee.

 

PAROOL

 

Tags: Esther Duycker

Comments powered by CComment

Articles - FJ Related Plus

Mastodon