De aanstelling van de lesbische Ana Brnabic als premier zou een stap in progressieve richting zijn van het conservatieve Servië. Maar uitgerekend haar regering wilde de EuroPride-mars in Belgrado vandaag verbieden. Nu eisen lhbti-activisten haar aftreden.
Het moest een plichtmatige openingsceremonie worden, zoals Ana Brnabic er zo veel heeft gedaan. Bij aanvang van een mensenrechtenconferentie in Belgrado zou ze dinsdag zeggen het een eer te vinden dat Servië als kandidaat-lidstaat de EuroPride, een Europese lhbti-manifestatie van een week die ieder jaar een andere stad aandoet, dit jaar mag organiseren.
In plaats daarvan schreeuwt ze in het keurige auditorium van het jeugdcentrum naar Servische lhbti-activisten dat ze ‘de enige persoon is die zowel door jullie als door nationalisten wordt gediscrimineerd’.
Twee uur eerder heeft de Servische politie in opdracht van haar regering de EuroPride-mars van zaterdag, het hoogtepunt van de Prideweek, verboden om ‘veiligheidsredenen’. Het auditorium staat vol met boze lhbti-activisten, voornamelijk Serven, die haar een half uur lang op boegeroep trakteren. ‘Ik dacht dat ze haar spreekgestoelte ging breken, zo stevig hield ze het vast’, zegt de Belgische lhbti-activist Rémy Bonny, die aanwezig was. ‘Ze stond te trillen op haar benen en riep: ‘Jullie haten mij’.’
Brnabic heeft bij de lhbti-gemeenschap nu écht afgedaan, zegt Bonny. ‘Zelfs de activisten die de afgelopen jaren met haar om tafel bleven zitten, eisen nu haar aftreden.’ Gaybar in Belgrado
Ana Brnabic (47) werd geboren in Belgrado, studeerde bedrijfskunde in de VS en Groot-Brittannië en werkte onder meer voor de Amerikaanse ontwikkelingsorganisatie USAID. In 2002 keerde ze weer terug naar Belgrado, waar ze in een gaybar haar huidige partner, arts Milica Djurdjic, ontmoette. Drie jaar geleden beviel Djurdjic van hun zoon Igor. Al heeft Brnabic officieel geen voogdij, omdat in Servië geregistreerd partnerschap voor lhbti-stellen niet mogelijk is.
Het is een van de vele rechten die lhbti’ers in het conservatieve Servië ontberen. De verbazing was daarom extra groot toen de rechts-conservatieve premier Aleksandar Vucic in 2016 Brnabic eerst minister voor Openbaar Bestuur maakte, en een jaar later premier. De partijloze Brnabic werd de eerste vrouw én eerste openlijke lhbti’er op die plek. Alleen IJsland had tot dusver een lhbti’er als premier gehad.
In het debat in het Servisch parlement over haar aanstelling, dat maar liefst twee dagen duurde, moest Brnabic veel homofobie slikken. Sommige conservatieve parlementariërs boycotten de stemming, oppositieleider Bosko Obradovic noemde haar aanstelling ‘een klap in het gezicht van de Servische meerderheid, die voor traditionele waarden staat’.
Lhbti-activisten gingen juist de straat op om haar aantreden te vieren. De hoop was dat Brnabic Servië in progressiever vaarwater zou brengen en dat toetreding tot de EU dichterbij zou komen. Populistisch
Die hoop verdween al snel. ‘Ik wil niet bekendstaan als de lesbische minister-president’, zei ze kort naar aantreden in een interview met The Guardian, waarin ze ook stelde voorlopig niets te veranderen aan lhbti-rechten. ‘Servië zal toleranter worden zodra mensen werk hebben, beter betaald worden en niet meer met drie generaties van dezelfde familie in een flatje hoeven te wonen’, zei ze.
Ook noemde ze Servië, waar adoptie voor een homostel onmogelijk is, waar sinds 2006 in de grondwet is opgenomen dat het huwelijk tussen een man en een vrouw moet zijn en waar 57 procent van de bevolking denkt dat homoseksualiteit een ziekte is, ‘niet homofoob’.
Critici concludeerden dat Brnabic, die zichzelf een technocraat noemt, niet meer is dan een marionet van president Vucic. Zij noemt hem steevast ‘mister president’, hij verwijst naar zijn premier als ‘Ana’. ‘Ze is aangesteld door een extreem-conservatieve partij en niet bepaald een progressieve partner voor lhbti-rechten’, zegt Europarlementariër Kim van Sparrentak (GroenLinks), die zich inzet voor Europese lhbti-rechten en zaterdag ook in Belgrado is. ‘Ze laat zich er liever niet over uit.’
Bij de Belgrado Pride van 2017 weigerde Brnabic zich uit te spreken als voorstander van het homohuwelijk, een jaar later startten activisten een petitie om haar van de Pride te weren.
Ook op andere terreinen is Brnabic niet de progressieve droom gebleken. In 2019 werd ze alsnog lid van Vucics partij. Kosovaarse politici noemde ze ‘mensen die in het bos wonen’ en bepaalde Servische journalisten zouden volgens haar ‘niet objectief’ zijn. Uitspraken die ook zo uit de mond van de populistische Vucic hadden kunnen komen. Hooligans
Het verbod op de Pride-mars van zaterdag kwam niet helemaal uit de lucht vallen: president Vucic zei eind augustus al dat de hele Europride-week geannuleerd moest worden, zogenaamd vanwege de spanningen met Kosovo. Omdat de president verder geen actie ondernam, begon de week maandag zoals gepland.
Dinsdag maakte de Servische politie alsnog bekend de mars op zaterdag te verbieden. Een bezwaar van de organisatie wees de politie in eerste instantie af en lhbti-activisten die zaterdag toch door de straten van Belgrado zouden trekken, konden volgens de politie rekenen op een arrestatie en een boete tot wel 300 euro.
Na internationale druk van onder meer de Europese Commissie ging de Servische regering vrijdag toch nog akkoord met een zeer vermagerde versie van de Pride. In plaats van een grote mars door de hele stad, trekt de stoet nu in de namiddag van de rechtbank naar een openluchttheater, waar ’s avonds een concert plaats vindt. Een wandeling van slechts 650 meter.
Ondanks dit compromis zal het voor de verwachte tienduizenden demonstranten een spannende dag worden. De afgelopen weken trokken voetbalhooligans, nationalisten en christelijk-orthodoxen meermaals door de straten van Belgrado uit protest tegen de EuroPride. Ook voor zaterdag is een grote tegendemonstratie aangekondigd.
De organisatie van verwacht zo’n tienduizend lhbti-activisten, waaronder verscheidene Europese politici. De kans dat premier Brnabic zich daar tussen mengt, is dit jaar nihil.
VOLKSKRANT
|
Comments powered by CComment